NS SERVICE & ONDERHOUD IN WATERGRAAFSMEER

Een oppervlakte van ruim 10.000 m2, acht sporen naast elkaar, drie niveaus waarop monteurs aan het werken zijn en aan weerszijden enorme deuren waar treinen door binnenkomen en weer naar buiten rijden. De hal in Watergraafsmeer is één van de locaties van NS Operatie bedrijfsonderdeel Service & Onderhoud.

“Treinen van NS komen in Watergraafsmeer voor onderhoud. We werken in vijf ploegen met gemiddeld 20 mensen op de vloer en 20 mensen voor het logistieke regelwerk daaromheen. Doel is namelijk om de treinen zo snel mogelijk weer in de dienstregeling te hebben”, zegt Jan Malestein. Hij is projectmanager NS Concernhuisvesting.

De omvang van de hal is indrukwekkend. Het moet een uitdaging zijn om zo’n hal te koelen in de zomer en te verwarmen in de winter. Jan: “Dat was inderdaad de aanleiding van ons contact met Antea Group. We kregen klachten over de temperatuur in de hal en in plaats van een ad hoc oplossing wilden we op basis van data kiezen voor de juiste oplossing op langere termijn.” >>

Haeppey is een integraal concept dat de invloed van gebouwen op het werkplezier en de gezondheid van medewerkers meetbaar en inzichtelijk maakt. Haeppey is hiermee een waardevolle aanvulling op het HR- en FM-beleid van organisaties. Bij de ontwikkeling en implementatie van haeppey lag de focus op de gezondheid en productiviteit van medewerkers in kantooromgevingen. Inmiddels is haeppey ook ingezet op basisscholen in Nederland en heeft het concept zich bewezen in een industriële omgeving zoals de hal van NS in Watergraafsmeer. De komende tijd staat in het teken van een verdere verbreding richting zorgsector en maatschappelijke omgeving.

Sensoren verzamelen data
<< “We kozen ervoor om haeppey in te zetten, met 20 sensoren in de hal die over een periode van twee maanden data verzamelden. Zo stellen we objectief vast hoe groot het probleem nu echt is, of het effect op alle sporen hetzelfde is, wat de verschillen zijn tussen de drie niveaus en of er bijvoorbeeld ook een effect is van een binnenkomende trein die een bepaalde warmte of kou met zich meebrengt”, zegt Jan. “En wat dit concept extra waardevol maakt, is dat ook de beleving van onze medewerkers gemeten werd.” Sven Evertz is senior adviseur Gezondheid en Veiligheid bij Antea Group en één van de grondleggers van het haeppey-concept. Hij werkte eerder als medisch milieukundige voor de GGD en het RIVM. Sven: “Voor ons was het een belangrijke verrijking dat Jan ervoor openstond om ook de beleving van medewerkers te meten. Zo wordt het een geheel. Want klachten over het binnenmilieu van een gebouw hebben zelden één oorzaak. Hoofdpijn kun je krijgen van licht en geluid op het werk, maar ook van overbelasting, ruzie thuis of ziekte. Zo legt haeppey een directe link vanuit het onderzoek naar de werkvloer.”

Vragenlijsten meten beleving
Jan vertelt dat de beleving systematisch en gestructureerd gemeten werd: “Aan het einde van elke dienst vulden medewerkers een vragenlijst in. Sven: “We vroegen naar de beleving van licht, geluid, temperatuur en comfort. We vroegen ook of er gezondheidsklachten waren, om welke klachten het specifiek ging en of deze gekoppeld waren aan specifieke locaties op de werkvloer. Zo krijg je een soort blauwdruk van de werkdag. En deze blauwdruk konden we weer naast de fysieke data van de sensoren leggen.”
Sven legt uit dat haeppey inzet op drie sporen: “We verzamelen data uit een gebouw en rekenen die door naar de gezondheidswaarde en productiviteitswaarde van dat gebouw. Daarnaast verzamelen we data via de mensen die werken in dat gebouw en vertalen dat naar een blauwdruk over beleving. Tenslotte zetten we in op communicatie. Want je kunt nog zo’n mooie oplossing bedenken: als je geen draagvlak hebt, is elke investering een desinvestering.” >>

Bert Jansen, senior mechatronisch monteur en lid van de OC  medezeggenschap): “Voor aanvang van het onderzoek werden we gevraagd om mee te denken. Wij kennen de problematiek in de hal en wilden vanuit de OC het onderzoek graag volgen. Mensen zijn emotioneel betrokken en dat begrijp ik heel goed. Het gaat over hun werkplek. Daarom is het een positieve opsteker dat zij op deze manier gehoord worden. Plus: omdat de metingen objectief gedaan zijn door een extern bureau, is er veel vertrouwen in de uitkomst. Die betrokkenheid is heel mooi en ik geloof ook dat het betere oplossingen oplevert. Oplossingen die passen bij het bedrijf en bij de mensen die er werken.”

Klankbordgroep zorgt voor draagvlak
>> Naast de OC (medezeggenschap) werd per team een medewerker uitgenodigd voor de klankbordgroep. De klankbordgroep was aanwezig bij de start, bij de tussenevaluatie en bij de eindevaluatie. Deze medewerkers vulden ook de dagelijkse vragenlijsten in. Jan: “Mooi is dat de betrokkenheid gedurende het project toenam. Bij aanvang moesten we nog wel eens vragen om de lijsten in te vullen. Maar toen iedereen tijdens de tussenevaluatie zag hoe serieus we de problematiek oppakten, kwam het invullen van de vragenlijsten echt los.” Bijsturen tijdens de tussenevaluatie Tijdens de tussenevaluatie werden enkele vermoedens bevestigd. “Bijvoorbeeld dat het verschil tussen binnen en buiten minimaal is door de grote deuren die continu open en dicht gaan”, vertelt Sven. Toch kwamen er ook een aantal verrassingen uit de meting. “Zo is er een minimaal warmteverschil tussen het bordes (hoogste niveau) en de put (laagste niveau). Geluidsoverlast tijdens de nachtelijke uren werd in eerste instantie niet genoemd en bleek wel degelijk een groot probleem. En we dachten dat de transparante panelen aan de zonzijde van de hal zorgden voor te veel licht, maar een tekort aan licht stond juist veel hoger op de klachtenlijst.”

Slimme, weloverwogen keuzes voor de toekomst
Op basis van de eerste bevindingen, werd de locatie van sommige sensoren aangepast om nog meer bruikbare data op te halen in de tweede meetperiode. Daarop volgde de eindevaluatie met alle betrokkenen. Sven: “Alle vermoedens zijn vertaald naar de realiteit met een doorkijk naar de toekomst.” Jan: “Er ligt een heel concreet advies waarin al onze vragen beantwoord worden. Vanuit dit punt gaan we samen weloverwogen keuzes maken. Mooi dat onze eigen medewerkers daarin zo actief willen meedenken.” <<

Een oppervlakte van ruim 10.000 m2, acht sporen naast elkaar, drie niveaus waarop monteurs aan het werken zijn en aan weerszijden enorme deuren waar treinen door binnenkomen en weer naar buiten rijden. De hal in Watergraafsmeer is één van de locaties van NS Operatie bedrijfsonderdeel Service & Onderhoud.

“Treinen van NS komen in Watergraafsmeer voor onderhoud. We werken in vijf ploegen met gemiddeld 20 mensen op de vloer en 20 mensen voor het logistieke regelwerk daaromheen. Doel is namelijk om de treinen zo snel mogelijk weer in de dienstregeling te hebben”, zegt Jan Malestein. Hij is projectmanager NS Concernhuisvesting.

De omvang van de hal is indrukwekkend. Het moet een uitdaging zijn om zo’n hal te koelen in de zomer en te verwarmen in de winter. Jan: “Dat was inderdaad de aanleiding van ons contact met Antea Group. We kregen klachten over de temperatuur in de hal en in plaats van een ad hoc oplossing wilden we op basis van data kiezen voor de juiste oplossing op langere termijn.” >>

NS SERVICE & ONDERHOUD IN WATERGRAAFSMEER

Haeppey is een integraal concept dat de invloed van gebouwen op het werkplezier en de gezondheid van medewerkers meetbaar en inzichtelijk maakt. Haeppey is hiermee een waardevolle aanvulling op het HR- en FM-beleid van organisaties. Bij de ontwikkeling en implementatie van haeppey lag de focus op de gezondheid en productiviteit van medewerkers in kantooromgevingen. Inmiddels is haeppey ook ingezet op basisscholen in Nederland en heeft het concept zich bewezen in een industriële omgeving zoals de hal van NS in Watergraafsmeer. De komende tijd staat in het teken van een verdere verbreding richting zorgsector en maatschappelijke omgeving.

Sensoren verzamelen data
<< “We kozen ervoor om haeppey in te zetten, met 20 sensoren in de hal die over een periode van twee maanden data verzamelden. Zo stellen we objectief vast hoe groot het probleem nu echt is, of het effect op alle sporen hetzelfde is, wat de verschillen zijn tussen de drie niveaus en of er bijvoorbeeld ook een effect is van een binnenkomende trein die een bepaalde warmte of kou met zich meebrengt”, zegt Jan. “En wat dit concept extra waardevol maakt, is dat ook de beleving van onze medewerkers gemeten werd.” Sven Evertz is senior adviseur Gezondheid en Veiligheid bij Antea Group en één van de grondleggers van het haeppey-concept. Hij werkte eerder als medisch milieukundige voor de GGD en het RIVM. Sven: “Voor ons was het een belangrijke verrijking dat Jan ervoor openstond om ook de beleving van medewerkers te meten. Zo wordt het een geheel. Want klachten over het binnenmilieu van een gebouw hebben zelden één oorzaak. Hoofdpijn kun je krijgen van licht en geluid op het werk, maar ook van overbelasting, ruzie thuis of ziekte. Zo legt haeppey een directe link vanuit het onderzoek naar de werkvloer.”

Vragenlijsten meten beleving
Jan vertelt dat de beleving systematisch en gestructureerd gemeten werd: “Aan het einde van elke dienst vulden medewerkers een vragenlijst in. Sven: “We vroegen naar de beleving van licht, geluid, temperatuur en comfort. We vroegen ook of er gezondheidsklachten waren, om welke klachten het specifiek ging en of deze gekoppeld waren aan specifieke locaties op de werkvloer. Zo krijg je een soort blauwdruk van de werkdag. En deze blauwdruk konden we weer naast de fysieke data van de sensoren leggen.”
Sven legt uit dat haeppey inzet op drie sporen: “We verzamelen data uit een gebouw en rekenen die door naar de gezondheidswaarde en productiviteitswaarde van dat gebouw. Daarnaast verzamelen we data via de mensen die werken in dat gebouw en vertalen dat naar een blauwdruk over beleving. Tenslotte zetten we in op communicatie. Want je kunt nog zo’n mooie oplossing bedenken: als je geen draagvlak hebt, is elke investering een desinvestering.” >>

Bert Jansen, senior mechatronisch monteur en lid van de OC  medezeggenschap): “Voor aanvang van het onderzoek werden we gevraagd om mee te denken. Wij kennen de problematiek in de hal en wilden vanuit de OC het onderzoek graag volgen. Mensen zijn emotioneel betrokken en dat begrijp ik heel goed. Het gaat over hun werkplek. Daarom is het een positieve opsteker dat zij op deze manier gehoord worden. Plus: omdat de metingen objectief gedaan zijn door een extern bureau, is er veel vertrouwen in de uitkomst. Die betrokkenheid is heel mooi en ik geloof ook dat het betere oplossingen oplevert. Oplossingen die passen bij het bedrijf en bij de mensen die er werken.”

Klankbordgroep zorgt voor draagvlak
>> Naast de OC (medezeggenschap) werd per team een medewerker uitgenodigd voor de klankbordgroep. De klankbordgroep was aanwezig bij de start, bij de tussenevaluatie en bij de eindevaluatie. Deze medewerkers vulden ook de dagelijkse vragenlijsten in. Jan: “Mooi is dat de betrokkenheid gedurende het project toenam. Bij aanvang moesten we nog wel eens vragen om de lijsten in te vullen. Maar toen iedereen tijdens de tussenevaluatie zag hoe serieus we de problematiek oppakten, kwam het invullen van de vragenlijsten echt los.” Bijsturen tijdens de tussenevaluatie Tijdens de tussenevaluatie werden enkele vermoedens bevestigd. “Bijvoorbeeld dat het verschil tussen binnen en buiten minimaal is door de grote deuren die continu open en dicht gaan”, vertelt Sven. Toch kwamen er ook een aantal verrassingen uit de meting. “Zo is er een minimaal warmteverschil tussen het bordes (hoogste niveau) en de put (laagste niveau). Geluidsoverlast tijdens de nachtelijke uren werd in eerste instantie niet genoemd en bleek wel degelijk een groot probleem. En we dachten dat de transparante panelen aan de zonzijde van de hal zorgden voor te veel licht, maar een tekort aan licht stond juist veel hoger op de klachtenlijst.”

Slimme, weloverwogen keuzes voor de toekomst
Op basis van de eerste bevindingen, werd de locatie van sommige sensoren aangepast om nog meer bruikbare data op te halen in de tweede meetperiode. Daarop volgde de eindevaluatie met alle betrokkenen. Sven: “Alle vermoedens zijn vertaald naar de realiteit met een doorkijk naar de toekomst.” Jan: “Er ligt een heel concreet advies waarin al onze vragen beantwoord worden. Vanuit dit punt gaan we samen weloverwogen keuzes maken. Mooi dat onze eigen medewerkers daarin zo actief willen meedenken.” <<